Beeldje voor beeldje 's nachts in spijkerbroek komt ze me bezoeken nachten aaneengesloten door vervagende studieboeken de ogen gesloten Wil ik haar afschudden: ze kust me in de nek en van schrik vergeet ik me om te draaien laat me kussen tot ik stik Die beelden lijken tijdloos raken me steeds weer maken me weer boos verdwijnen niet meer maar worden scherper Zo enorm werkelijk dat ik haar ruik en dat, hoe opmerkelijk, haar haar, zo sluik, ik tussen mijn vingers voel Ik maak haar zwaar maak haar een wezen heel langzaam maar tot in haar ogen valt te lezen mijn eigen verhaal Ik wil stoppen haar niet zien misschien me verstoppen huilend me misschien verlossen van dit spook